Het was vis, vis en nog eens vis dat deze week op de bordjes lag in huize Eetplezier.
Eerst aten we krrrrrrrokante lekkerbekjes. Met droge witte rijst, gewokte lamsoren en remouladesaus. Geen foto, nee. Onbedwingbare trek won het opnieuw van alle aanwezige ratio.
Later in de week waren er die übersmakelijke tarbotjes. Geen kweek, maar wildvangst. Gebakken in bruisende boter. Opgediend met veel verse peultjes. Man, man .... euhhh vrouw, vrouw, vrouw, wat waren die visjes lekker! Glazig van binnen, een bros laagje aan de buitenkant. Hoe gelukkig kan een mens worden van zoiets simpels.
Vandaag aten we een aardappelsalade met gestoomde makreel. En ook dit maal (bijna) alle vingers erbij opgegeten!
Gaat dat dan niet vervelen zo véél vis? Welnee. Nooit. Never. Nie. Nunca. Tenzij je geen visliefhebber bent natuurlijk. Toevallig ben ik dat wel. In hart en nieren.
Geef mij water en een hengel en ik overleef. Overal. Desnoods eet ik alles rauw.
Terug naar de makreel. Die kun je natuurlijk zelf roken. Handige mensen bouwen dan een rookkastje in hun tuin en hebben vooraf al gezorgd dat ze ver van de bewoonde buitenwereld wonen. Ik woon in de stad en ben allerminst handig. Dus koop ik makreel bij mijn vaste visboer. Een gestoomde, want die zijn fijn neutraal van smaak, lekker mals en missen die typische rooksmaak waar ik toch al niet dol op ben. Ik ontdoe ‘m van zijn velletje, waarna ik ‘m in grote vlokken uiteen trek. Moeilijk werkje, want makreel bevat een overdaad aan graten. Met een beetje geduld en mijn leesbril op krijg ik meestal een goed eindresultaat.
Dan de aardappelsalade, dat gaat als volgt. Men neme daarvoor:
750 gr gekookte aardappelen (net niet helemaal gaar), in blokjes
1 stengel bleekselderij, in ragfijne ringetjes
3 bosuitjes, in ragfijne ringetjes
5 augurkjes, in kleine blokjes
halve zure appel, in kleine blokjes
Meng alle ingrediënten in een grote kom door elkaar met twee eetlepels mayonaise, vier eetlepels yoghurt, flinke lik mosterd, peper, zout en een theelepel dillezaadjes.
Leg de vlokken makreel er bovenop. Garneer met sla en tomaatjes. Of met hardgekookt ei en kappertjes. Of waar je zelf zin in hebt. En vergeet vooral niet er een fris, wit wijntje bij te drinken. Bon appetit!
Eerst aten we krrrrrrrokante lekkerbekjes. Met droge witte rijst, gewokte lamsoren en remouladesaus. Geen foto, nee. Onbedwingbare trek won het opnieuw van alle aanwezige ratio.
Later in de week waren er die übersmakelijke tarbotjes. Geen kweek, maar wildvangst. Gebakken in bruisende boter. Opgediend met veel verse peultjes. Man, man .... euhhh vrouw, vrouw, vrouw, wat waren die visjes lekker! Glazig van binnen, een bros laagje aan de buitenkant. Hoe gelukkig kan een mens worden van zoiets simpels.
Vandaag aten we een aardappelsalade met gestoomde makreel. En ook dit maal (bijna) alle vingers erbij opgegeten!
Gaat dat dan niet vervelen zo véél vis? Welnee. Nooit. Never. Nie. Nunca. Tenzij je geen visliefhebber bent natuurlijk. Toevallig ben ik dat wel. In hart en nieren.
Geef mij water en een hengel en ik overleef. Overal. Desnoods eet ik alles rauw.
Terug naar de makreel. Die kun je natuurlijk zelf roken. Handige mensen bouwen dan een rookkastje in hun tuin en hebben vooraf al gezorgd dat ze ver van de bewoonde buitenwereld wonen. Ik woon in de stad en ben allerminst handig. Dus koop ik makreel bij mijn vaste visboer. Een gestoomde, want die zijn fijn neutraal van smaak, lekker mals en missen die typische rooksmaak waar ik toch al niet dol op ben. Ik ontdoe ‘m van zijn velletje, waarna ik ‘m in grote vlokken uiteen trek. Moeilijk werkje, want makreel bevat een overdaad aan graten. Met een beetje geduld en mijn leesbril op krijg ik meestal een goed eindresultaat.
Dan de aardappelsalade, dat gaat als volgt. Men neme daarvoor:
750 gr gekookte aardappelen (net niet helemaal gaar), in blokjes
1 stengel bleekselderij, in ragfijne ringetjes
3 bosuitjes, in ragfijne ringetjes
5 augurkjes, in kleine blokjes
halve zure appel, in kleine blokjes
Meng alle ingrediënten in een grote kom door elkaar met twee eetlepels mayonaise, vier eetlepels yoghurt, flinke lik mosterd, peper, zout en een theelepel dillezaadjes.
Leg de vlokken makreel er bovenop. Garneer met sla en tomaatjes. Of met hardgekookt ei en kappertjes. Of waar je zelf zin in hebt. En vergeet vooral niet er een fris, wit wijntje bij te drinken. Bon appetit!