Quantcast
Channel: Eetplezier
Viewing all 187 articles
Browse latest View live

Smaakbijbel

$
0
0
Op dood spoor. Inspiratieloos. Weinig verfrissend. Zo voel ik me de laatste tijd een beetje. Geen paniek! Het gaat hier slechts om culinaire bezigheden. Op alle andere vlakken voel ik me gelukkig nog steeds als een Zeeuws visje in het mij omringende zilte water. Okė, na 58 levensjaren hapert er hier en daar wel wat aan. Dat was in het verleden ook al zo, het wordt alleen de laatste tijd wat beter voelbaar. Nieleuknie, maar jullie tijd is beperkt weet ik inmiddels via Google Analytics. Elke bezoeker spendeert twee minuten en achtenveertig seconden op mijn blog, dus wat jullie betreft graag direct to the point, begrijp ik. Geen gezeur over lichamelijke mankementen, vrouwe Eetplezier. Dat doet u maar in uw eigen tijd.

Waar was ik gebleven? Dood spoor. Zoveel al gemaakt, even zoveel al gesmaakt. Van topvrouwen als Nigella en Elizabeth David tot wondermannen als Madhur Jaffrey en Ottolenghi. Hoeveel verschillende gerechten zijn er al wel niet uit mijn kleine keukentje gekomen? O nee, beslist geen haute cuisine, wat dat aangaat heb ik totaal geen pretenties, maar van alle culturen hebben er al wel minstens tientallen gerechten op mijn bordje gelegen. Mullitagawny, roti, daging rendang, zarzuela, boeuf bourguignon, pad thai, Irish stew, paling in 't groen, stifado, yakitori, het heeft allemaal de revue gepasseerd. En dan heb ik het met name ook over de periode ver vóór ik dit blog begon. Hele weekenden was ik in de weer met potten en pannen. Dat is in de loop der tijd wel iets afgenomen, hoewel het fornuis nog steeds een grote aantrekkingskracht op me heeft. Echter, het klakkeloos nakoken van een recept uit een boek bevalt me tegenwoordig maar zo-zo. Ik bespeur bij mezelf een toenemende behoefte aan culinaire creativiteit.

En nu dan? Weer een kookboek toevoegen aan de inmiddels omvangrijke collectie? Ik moet jullie bekennen dat zelfs rondneuzen in de kookboekenhoek van mijn favo boekwinkel aan ultiem genot lijkt te hebben ingeboet. Dat is vreselijk natuurlijk. Is hiermee de trend ingezet naar de finale aftakeling? Nee, gelukkig niet, I was saved by the bell, toen ik deze Smaakbijbel van Niki Segnit zag liggen. Dit boek staat boordevol inspirerende smaakcombinaties. Iedereen weet dat koks als Heston Blumenthal en Ferran Adrià er lustig op lus durven combineren. Als ik, als amateur, hetzelfde doe, kan dat heul verkeerd uitpakken. Natuurlijk leer je na verloop van tijd smaken te "proeven" terwijl je je de ingrediënten voor de geest haalt, maar nieuwe combi's dien je toch uitsluitend voor jezelf te maken en zeker niet aan je gasten te presenteren.

De Britse Niki Segnit begon met een lijst van 99 smaken op te stellen. Daaruit vormde ze groepen van 3-10 verwante smaken, benoemd naar een gemeenschappelijke factor: vlees, aarde, zwavel, zee, bos enz. Bij elke groep eerst een opgave van de smaken. In Geroosterd b.v.: chocolade, koffie, pinda's. Elke smaak/ingredient wordt kort ingeleid, daarna volgen op alfabetische volgorde tientallen combinaties, steeds met een verklaring, vaak ook met een beknopt recept. Indien van toepassing wordt correct verwezen naar een andere groep. Er staan combinaties in die we allemaal kennen, zoals zalm+dille. Chocolade+aardbei. Pompoen+geitenkaas. Ei+spek. Maar wat te denken van: oester+mierikswortel. Of saffraan+amandel, te verwerken in een cake. Basilicum+kokos. En nog zo'n opmerkelijke: broccoli+citroen. Stuk voor stuk boeiende samenstelsels die me verlangend doen uitzien naar het bereiden ervan.

Tussen de beschrijvingen staan vaak bedrieglijk eenvoudige receptjes. Maar wel zodanig omschreven dat je niet kan wachten om ze te willen proeven. Kortom: de Smaakbijbel is een inspirerend en informatief boek dat, hoewel smaak natuurlijk een subjectief begrip blijft, toch een mooie leidraad vormt voor mijn toekomstige culi-experimenten. Rijden met die trein ....

N.B. Ik word niet gesponsord om dit artikel te publiceren. Bovendien heb ik geen enkele commerciële connectie met de uitgever van dit boek. Ik schrijf slechts over zaken die mij persoonlijk in beroering brengen.



De Korenbeurs Willem4 - Kortgene

$
0
0
Lef heb je er voor nodig. En een fikse dosis ambitie. Martin Ozinga en zijn vrouw Ellen bezitten het allebei. Was Martin voorheen werkzaam als chef bij Las Palmas en Groot Paardenburgh, sinds 2013 heeft hij er voor gekozen om de scepter te zwaaien in zijn eigen restaurant, te weten Willem 4 te Kortgene. Dit lieflijke dorpje ligt op Het Zeeuwse Noord-Beveland, wat aan de zuidzijde grenst aan het in de zomer druk bevaren Veerse Meer en aan de noordzijde aan de Oosterschelde.

Bij binnenkomst wordt meteen duidelijk dat hier flink verbouwd is de afgelopen tijd. Het moderne interieur laat een smaakvolle kleurencombinatie zien van lichtgrijs, chocoladetinten met oranje. Op de tafels strak wit linnen. Aardig detail: zelfs de waterglazen zijn van een subtiel oranje. Comfortabele stoelen en een dito bank. We krijgen de tafel die we wensen, bij het raam. Niet lang erna wordt er brood geserveerd met een heerlijk grassige olijfolie.
Het pand bevat een "open" keuken. In afwachting van de kaart kijk ik met veel genoegen naar de koks die zichtbaar zijn achter twee ramen. Het valt me op hoe rustig en geconcentreerd er gewerkt wordt.
De kaart laat een modern concept zien: elk gerecht is te bestellen in een reguliere portie van € 7,50 en in een dubbele hoeveelheid van € 15,00. Tevens is er te kiezen uit een 4-, 5-, of 6-gangen verrassingsmenu. Een apart onderdeel op de kaart zijn de gerechten van Black Angus vlees, bereid op de houtskooloven. Ik zie twijfel aan de andere kant van de tafel, maar uiteindelijk wordt toch ook daar gekozen voor een 4-gangenmenu.
De voorgerechten verschijnen op tafel. Voor mij de komkommergazpacho met een ferme plak mozzarella en tomatensalsa. Een behoorlijke hoeveelheid wat mij betreft, maar al met al een heerlijk frisse starter.
Aan de overkant twee fijne stukjes rode poon op de borden. Eronder ligt wat zalm en vederlichte tortellini. Er wordt instemmend geknikt. Niet te veel fratsen op het bord, maar puur en herkenbaar eten.
Het tweede voorgerecht bestaat voor mij uit een gambaspiesje met meloenbolletjes en kerriemayonaise. Hoewel de gamba's voortreffelijk gegaard zijn en het bord een plaatje vormt, blijf ik toch altijd een lichte twijfel houden bij de combi vis en fruit. Afzonderlijk zijn beide ingrediënten dik in orde, maar voor mij is het nog niet echt een homogeen geheel. Misschien is het gerecht in zijn beginstadium en dient er nog aan gesleuteld te worden?
Mijn tafelgenoten genieten ondertussen van een tweetal botermalse coquilles met pijlstaartinktvis en zoetzure venkel.
We pauzeren even voor het hoofdgerecht komt. De Sancerre waarvoor we gekozen hebben, wordt bijgeschonken. Een kwartiertje later verschijnen de hoofdgerechten. Mijn hoofdgerecht is scholfilet (dubbele portie) in een honing-mosterddressing. Als groente een aantal knapperige groene asperges , gegrilde courgette en iets met pompoen. Dit laatste ben ik vergeten na te vragen. De vis is perfect gegaard, spartelvers te noemen en ook de verschillende ingrediënten matchen goed met elkaar.
Ook aan de andere zijde zijn ze blij met hun voortreffelijke moot schelvis. Jammer alleen dat er vrijwel een identiek garnituur bij wordt geserveerd. Toch mag dat de culinaire pret zeker niet drukken.
Het dessert uit het verrassingsmenu laat een mooi assortiment zoetigheid zien: een zacht-smeltende mini madeleine, een vierkantje cheesecake, een bolletje roomijs en flinterdunne flensjes in een overheerlijke mandarijnensaus.
Zelf ben ik dik tevreden met de gemarineerde aardbeien/frambozen met ananascarpaccio en amandelcrumble.
Als afsluiter willen we nog graag een kopje thee en espresso. Manlief informeert als doorgewinterde espressodrinker naar het merk koffie. Jammer is dan te moeten horen dat er alleen Alex Meijer koffie wordt geschonken. Niet te hachelen. Ook aan het thee assortiment mag wat mij betreft nog gewerkt worden. In een restaurant met deze status zou een collectie losse thee zeker niet misstaan. Voor het overige niets dan lof. Prettige bediening. Comfortabele stoelen. En een prijs-kwaliteitverhouding die meer dan in orde is..

Na afloop schuift chef Martin nog even aan aan onze tafel. Er ontspint zich een genoeglijk gesprek. Hij vertelt met zoveel liefde over zijn vak, de inkoop van verse, eerlijke producten en de bereiding ervan,  dat we hier onmiskenbaar te maken hebben met een chef van formaat. Zeeland is een prima adres rijker!

Restaurant Willem 4 is door Michelin onderscheiden met een Bib Gourmand. Bovendien beschikt het aangrenzende hotel De Korenbeurs over 11 riante logeerkamers en 1 grote familiekamer.

Paling in ’t groen, volgens Sam Uil

$
0
0
Iedereen die woont in de westhoek van Schouwen-Duiveland kent Sam Uil. Deze markante persoonlijkheid - grijs baardje, geruit overhemd, onafscheidelijke pet en goedlachs voorkomen - vaart elke dag de Oosterschelde op om zijn netten en fuiken te leggen. Kreeften en paling, daar gaat het Sam om. Vanuit zijn schuurtje onderaan de dijk bij het haventje van Burghsluis, verkoopt hij deze zilte lekkernijen. Verser kan je het niet krijgen. Niemand die beter weet hoe paling en kreeft hoort te smaken dan deze visser. Alles van buiten de azuurblauwe Oosterschelde heeft een nare grondsmaak. Vindt Sam. Daar valt niets mee te beginnen.  Daarom rookt hij zijn paling ook zelf, op zijn eigen authentieke manier. De iets dikkere soortgenoten worden verkocht om te kunnen bakken. Of te stoven, zoals in onderstaand gerecht.

Paling in 't groen is een gerecht wat bij onze zuiderburen veel bekender is dan bij ons. Om één of andere duistere reden wordt het hier in Nederland weinig gegeten. Terwijl het toch echt o zo lekker is. Het zurige van de kruiden en de wijn  in combinatie met het vette van de vis .... u mag mij er voor wakker maken. In Vlaamse kookboeken vind je wel 1001 recepten ervan. Met spinazie. Met room. Met eidooier. Zo nauw steekt het dus allemaal niet. Als je maar verse duimdikke paling gebruikt, in combinatie met een halve kruidentuin en een ferme scheut wijn en goede boter. Geen frutsels, geen fratsen. Veel meer is het eigenlijk niet. Maar lekker!

Helaas is een gemakkelijke bereidingswijze heel wat anders dan het betere fotografiewerk. Echt, het is niet te doen, dit gerecht een beetje fatsoenlijk op de gevoelige plaat te krijgen. Nu ligt dat vanzelfsprekend voor het grootste deel aan mijn klunzigheid op dit gebied, maar toch ... grijs-witte stukjes vis in een helgroene saus vertoont al snel de kenmerken van een smoezelige vijver gevuld met kikkerdril dat al geruime tijd over de datum is. Dus om jullie eetlust niet aan te tasten, heb ik gekozen voor een geleende foto van onze buurtjes bij Njam.tv. Een mens dient soms hard te zijn voor zichzelf.

Noot: zuring is bijna niet krijgen. Als je van wildplukken houdt, is het volop aanwezig, maar laat dat nu net niet mijn favoriete bezigheid zijn. En och, het is ook niet per se noodzakelijk. Je kunt gerust variëren met de samenstelling van de kruiden. Zelf houd ik wel altijd vast aan dille en salie. Dit keer heb ik in plaats van kervel, dragon gebruikt. Dit anijsachtige kruid gaat prima samen met vis.

Ingrediënten (voor 4 personen)
1 kilo dunne paling, in mootjes van 5 cm
100 gr gesnipperde ui
10 gr zuring
5 gr dille
10 gr kervel
10 gr peterselie
4 blaadjes salie
takje tijm
2 laurierblaadjes
1 dl droge witte wijn
1 dl visfond
100 gr boter
peper/zout.
1 dl ongezoete slagroom (optioneel)

Bereidingswijze:
Smelt de boter en voeg de uien en paling toe.
Bak het even flink door, blus af met de visfond en de witte wijn.
Voeg nu de salie, tijm en laurier toe en laat het geheel 10 minuten stoven.
Doe er daarna de fijn gehakte kervel, dille, zuring en peterselie bij.
Laat even goed doorpruttelen. Als je room wilt gebruiken, kun je deze nu toevoegen.
Breng het geheel op smaak met peper en zout.

Serveer de paling met gekookte aardappeltjes en een groene groente, zoals broccoli.

Bron foto: Njam. tv.


Mojito ijs

$
0
0

Kijk, met die zomer komt het dit jaar waarschijnlijk toch niet meer écht goed. Laten we onze hoop vestigen op een aantal van die heerlijk zachte nazomerdagen. Waarop 's morgens de witte nevel als een geheimzinnige sluier over de velden hangt en de atmosfeer vervuld is van een knisperende kruidigheid. De afgelopen weken blééf ik maar wachten op die koperen ploert. Zodat ik alsnog aan mijn lijstje met favoriete ijsrecepten kon beginnen. Ik heb het opgegeven. Dan maar zonder zon. Zullen we afspreken dat hiermee het laatste woord is gesproken over deze uiterst vreugdeloze maand?

Cocktails. Ik ben er dol op. Decadentie in het kwadraat. Néé-héé, geloof nu niet meteen dat ik als een  Gooisch dametje mijn tijd verdoe met zinloos geshop en het daarna blasé wegwerken van talloze glazen. Het gaat mij om de aantrekkingskracht. Zo'n hoog, versierd glas met kleurige laagjes. Citroenschijfje aan de rand. Als ik op een zonnige dag op een terras eens een keer zo'n glas bestel, voel ik me als Barbie. Leeghoofdig, verwend en voorzien van een hoog aaibaarheidsgehalte.

Bij nader inzien smaakt zo'n lepeltje ijskoude mojito-cocktail eigenlijk altijd. Warm of niet. Let op: met een hoge concentratie alcohol erin wordt ijs nooit echt erg stevig. Het zal jullie bekend zijn. Enne ... nog een kleine waarschuwing vooraf: door gebruik van suikerwater heeft dit mojito-ijs wel een lager promillage dan het gelijknamige drankje, maar vergis je niet. Na één bolletje kan het al aardig beginnen te zoemen in je hoofd. Voor de echte die-hards dus.

Om te beginnen maak je suikerwater. Dit is het basisrecept:
600 gr water
350 gr suiker
50 gr druivensuiker (dextrose)

Breng het water aan de kook. Doe de suiker en druivensuiker erbij. Roer ongeveer een halve minuut tot alle suiker is opgelost. Laat dit afkoelen. Als het genoeg afgekoeld is, plaats je het tot gebruik in de koelkast. Hierin blijft het minstens twee weken goed.

Ingrediënten: (voor circa 4 - 5 bolletjes)
8 blaadjes verse munt (ik gebruikte de dubbele hoeveelheid)
200 gr suikerwater (zie boven)
100 gr rum
50 gr limoensap
20 gr eiwit

Bereidingswijze:
Wrijf de muntblaadjes in je hand over elkaar zodat de oliën vrijkomen en doe de blaadjes in een hoge maatbeker.
Voeg het suikerwater, rum, limoensap en eiwit toe.
Roer het geheel door met een lepel zodat de oliën uit de muntblaadjes worden opgenomen.
Laat 30 minuten staan zodat de munt zijn smaak helemaal heeft afgegeven.
Haal de muntblaadjes eruit en doe het mengsel in de ijsmachine.
Als je het ijs van tevoren klaarmaakt, bewaar het dan in de koelkast en roer het mengsel nog even door voordat het de ijsmachine in gaat.

Bron: IJstijd - Kees Raat en Barbara Buiten




Pure verwennerij

$
0
0
 
Verwennen. Ik hoor het haar zeggen, als ik mijn allereerste afspraak met haar maak. Pas als ik weer buiten sta, dringt de werkelijke betekenis van het woord tot me door. Ik voel een frons ontstaan, terwijl ik de letters nogmaals uitvoerig langs mijn gehemelte laat walsen. V-e-r-w-e-n-n ..... jezus, ik zal toch wel een bonafide salon uitgezocht hebben? Zonder bijbedoelingen en zo? Voor een mens het weet zit je tegenwoordig in de meest onverkwikkelijke zaken gewikkeld.

Gelukkig kan de vriendin met de appeltjesfrisse teint en perfect gestileerde wenkbrauwen me geruststellen. Vakjargon, zegt ze. Niets aan de hand. Geef je eraan over. Het is echt heerlijk. Op de dag des oordeels begeef ik me echter toch nog enigszins twijfelachtig  richting De Salon. Vooralsnog houd ik me vast aan het idee dat dit, in tegenstelling tot een tandartsbezoek, in ieder geval geen pijn gaat doen. Schoonheid. Mooi maken. Revitaliseren. Egaliseren. Dat soort termen kunnen toch niet anders bedoeld zijn dan om het gestage aftakelingsproces dat zich na de postmenopauze zich steeds duidelijker weet te manifesteren, in te dammen?

Met vaardige handen doet de verwenmevrouw een wit met roze hartjes versierd, elastieken bandje in mijn haar. Onmiddellijk begin ik verdacht veel op een Fifi-hondje te lijken. Met verbazing aanschouw ik de immense collectie potjes en tubetjes op het tafeltje naast me. Zit hier mijn jeugdige uitstraling in verstopt? Dan begint het echte werk. Eerst ga ik uw huid intensief reinigen, hoor ik. Stiekem voel ik aan mijn wang, zouden er nog zeepresten van vanmorgen zijn achtergebleven? De vingers van de verwenmevrouw trippelen daarna vrolijke dansjes langs alle dieptelijntjes. Rimpels mag ik niet zeggen van mijn welgevormde en keurig gemake-upte vriendin. Klinkt veel te negatief. En negativiteit laat het lichaam nog sneller degenereren. Intussen wordt er aan mijn hoofd flink gereinigd, geëpileerd, gescrubd en gemasseerd. Langzaam begin ik te ontspannen. Jeuhhhh, best fijn eigenlijk, dat gerommel aan je huid, terwijl je niets kunt doen. Ik zak weg in een tijdloos vacuüm.
 
Aaaaauuuuuwwwww! Hellup, wat gebeurt er? Dit is het minst leuke onderdeel van de behandeling, hoor ik een stem achter me zeggen. Met een naaldje prik ik eerst de huid rondom de gerstekorrels open en daarna druk ik ze met een soort van lepeltje eruit. Godallejezus, ik moet moeite doen om het gereedschap niet uit haar handen te trekken. Zat ik hier niet om verwend te worden? Voor ik iets kan zeggen over het onverwachte ongemak, wordt er een weldadig aanvoelende laag over mijn gezicht uitgespreid. Dit moet even inwerken, zegt de mevrouw met de wriemelvingertjes. In de tussentijd scrub ik uw handen en masseer deze. Het wegzakken voltrekt zich steeds sneller. En dieper ook.

 Als ik thuiskom zie ik tot mijn grote ontzetting dat het aanrecht veel weg heeft van een witbesneeuwd maandlandschap. De Man staat ervoor. Tot aan zijn ellebogen met een lap deeg in de weer. We eten pizza, roept hij duidelijk tevreden met zijn keuze voor de maaltijd.

Ik ben nog te druk bezig met het verwerken van de aanblik van zoveel chaos en geef vijf seconden te laat antwoord. Hij draait zich om. Aan de stand van zijn wenkbrauwen zie ik dat hij vreselijk veel moeite doet zich iets te herinneren. Dan herpakt hij zich, spoedt zich in mijn richting en bestudeert mijn gezicht met een onderzoekende blik. Het lijkt alsof je zojuist een uur in een storm met windkracht 10 hebt gelopen, luidt het eindoordeel. Dat bevalt me eigenlijk wel. Het had vele malen erger gekund.

In de veilige ruimte van de badkamer bekijk ik het resultaat. De wonderkristallen hebben inderdaad de grauwsluier van mijn gezicht weten te halen. Hoest mogelijk. Niet dat ik me plotseling een begeerlijke twintigjarige voel, maar een glad huidje doet wel wonderen voor je gevoel van eigenwaarde dat aardig gedateerd begint te raken. In mijn nopjes keer ik dan ook terug naar de huiskamer, alwaar de Man muziek aan het organiseren is via de Ipad. Verhip, het aanrecht ziet er plotseling ook weer spic en span uit. Uit de oven komt een aangename geur van vers deeg en oregano. Die tempranillo of liever sauvignon blanc, informeert mijn liefhebbende huisgenoot, terwijl hij de kussens van de bank nog eens opschikt. Opeens valt het me op hoe keurig de tafel gedekt is. Zonder kaarsen, dat wel. Kijk, een mens dient wel realistisch te blijven na 35 jaar samen-zijn. Romantische dineetjes horen daar niet meer bij. Net zomin als de wilde nachten die erop volgden.

Ervoor in de plaats krijg ik mijn favoriete wijntje ingeschonken en wordt er een enorme pizza voor mijn neus gezet, rijkelijk belegd met tomaat, aubergine, paprika, champignons, tonijn, olijven en mozzarella. Verder op tafel een gemengde salade met rucola, tomaten, venkel en pijnboompitten. dat wordt genieten in het kwadraat. Niemand beter als mijn eigen teerbeminde weet hoe ik écht verwend wil worden. En daar komt geen tubetje, flesje of potje aan te pas.

Mulligatawny

$
0
0

Laat mij nou gedacht hebben dat ik dit recept in het verleden al een keer met jullie had gedeeld. Niet dus. Deze van oorsprong (Brits-)Indiase soep is lekker pittig vanwege de grote variatie kruiden. De kokosmelk maakt het geheel weer heerlijk mild. Mulligatawny is met recht een samenstelsel van allerhande smaakjes. Meestal wordt er kip in verwerkt, maar dit recept is volledig vegetarisch. Je hoeft hier ook beslist geen dure Puy linzen voor te gebruiken, omdat alles gerust kapot mag koken. Dat is de eigenschap van soep weet-u-wel ....

Maar  het is helemaal geen weer voor soep, hoor ik jullie denken. Nee, eigenlijk niet, want het is fantastisch najaarsweer. En zeker geen soepweer. Wie denkt er bij de huidige weersomstandigheden aan zo'n dampende kop hete troost? *steekt vinger hoog in de lucht* Ik hoef het jullie na drie jaar onthullingen niet meer uit te leggen. Vrouwtje Eetplezier zit een tikkie eigenaardig in elkaar. Verkeerde gebruiksaanwijzing ter hand genomen tijdens het in elkaar zetten, vermoed ik. Arme pap.

Ingrediënten
1 eetl korianderzaad
½ eetl komijnzaad
½ eetl anijszaad
2 eetl zonnebloemolie
2 uie, grof gesneden
250 gr wortel, in plakjes
stukje gember, van 1 cm, geschild en fijngeraspt
2 tenen knoflook, fijngehakt
150 oranje linzen
3 grote, rijpe tomaten, ontveld en grof gesneden
mespunt kurkuma
1 kaneelstokje
100 gr basmatirijst
2 dl kokosmelk
1 eetl citroensap
zout
verse koriander, fijngehakt

Bereidingswijze
Verhit een droge koekenpan en pof hierin het koriander-, komijn- en anijszaad totdat het aroma vrijkomt.
Wrijf de specerijen in een vijzel fijn en zeef ze door een grove zeef.
Verhit de olie in een pan en bak hierin de ui, wortel, gember en knoflook al omscheppend een paar minuten.
Voeg de linzen, tomaten, specerijen, kurkuma, kaneelstokje en 1 liter water toe.
Breng de soep aan de kook en laat 15 minuten zachtjes doorkoken.
Verwijder het kaneelstokje.
Kook intussen de rijst in ruim kokend water en giet deze af.
Pureer de soep in de blender.
Schep de soep over in een schone pan en breng opnieuw aan de kook met de kokosmelk en de gekookte rijst.
Breng op smaak met citroensap en zout.
Strooi er aan tafel vers gehakte koriander over.

Lekker met naanbrood en raïta.

Kaarsjes

$
0
0
                                                                                                                                     
Negen september 2008 beloofde een bijzondere dag te worden. Die dag was het exact  tien jaar geleden dat mijn allerliefste pap overleed. Ik wist dat het slikken zou worden, maar met zijn foto prominent op de tafel en een grote bos rozen ernaast, kon het misschien ook louterend worden.

Bedachtzaam streepte ik uur na uur van de kalender af. Tot ik om vier uur een mail kreeg. Met daarin de vreselijke melding dat goede vriend en poëzieschrijver Aard-Jan Quaak onze aarde voorgoed had verlaten.

De belofte van die dag hield stand. Evenals het gruwelijke gemis.

kon ik de tijd maar onvoltooid maken
met onvermoeide schouderbladen

die nog op omkeerbaarheid vertrouwen
ja, de dagen van hun bodem breken

jou het podium der jeugd opsleuren
alsof de letters nooit geschreven zijn

ik zou nieuwe zinnen in je blazen
en dan elkaar opnieuw

het leven leren spellen

© Nell Nijssen


Chicks Love Food - 5 or less kookboek

$
0
0
 Jong. Pittig. Gepassioneerde foodlovers. Met een frisse kijk op onze dagelijkse voedselinname en een voorliefde om dit alles te delen. Ik heb het over Chicks Love Food. Achter deze ietwat frivole titel gaan twee hippe, kookgekke dames schuil. Nina de Bruijn en Elise Gruppen heten ze. Drie jaar geleden begonnen ze een blog. Niet moeilijk te raden waar dit enthousiaste tweetal over zou gaan schrijven: eten! De recepten volgden elkaar in hoog tempo op, evenals artikelen over foodfun, restaurantbezoeken, winacties en allerhande eetweetjes. Met inmiddels 130.000 bezoekers per maand is Chicks Love Food misschien wel het meest bezochte foodblog van dit moment.

Op zaterdag 13 september jl waren Nina en Elise aanwezig in mijn favoriete boekhandel de Drukkery om hun nieuwe boek 5 or less te presenteren. Om ze meiden met een missie te noemen, gaat misschien wat ver, maar duidelijk is wel dat deze dames hun lezers kennis willen laten maken met makkelijk uitvoerbare gerechten. Zonder ellenlange ingrediëntenlijsten. Daarvoor creëerden zij op hun blog de rubriek 5 or less. Koken hoeft niet ingewikkeld te zijn, menen ze. Met slechts vijf ingrediënten zijn vaak erg smakelijke maaltijden te maken.

Als vervolg op de rubriek nu dus het boek, wat er opvallend fris uit ziet, met een overvloed aan heerlijke recepten. De inhoud is niet overwegend vegetarisch of veganistisch maar omdat Nina geen vlees eet, staan er wel een fiks aantal vegetarische gerechten in. Als voorproefje hebben ze twee gerechtjes uit dit boek meegenomen. Op zilveren schalen staan bakjes couscoussalade en vierkantjes snickerstaart.

Ik vraag ze of er doelbewust naar dit boek is toegewerkt.
Elise: “Een beetje wel. Ik had al verschillende keren tegen Nina gezegd dat ik een boek over 5 or less wel zag zitten. Ik miste namelijk een boek als dit in de kookboekschappen. Destijds was ik zwanger, maar het plan was om na mijn bevalling contact te zoeken met diverse uitgeverijen. Zover hoefden we niet te gaan, want een week na mijn bevalling kwam er – out of the blue – een mailtje van Nieuw Amsterdam. Of het niet leuk zou zijn een boek op de markt te brengen met recepten uit onze 5 or less-rubriek.” Elise laat er een stralende lach op volgen en wijst op het stapeltje voor haar neus.

Op mijn vraag of het zgn superfood wellicht ook aan hen is besteed, antwoordt Nina:
“Toch wel. Wij zijn allebei dol op quinoa en ik gebruik ook regelmatig chiazaad in gerechten. Maar we gaan niet helemaal mee in de hype. Bovendien is het allemaal peperduur. Af en toe iets uitproberen, dat vinden we dan weer wel leuk. Boerenkool is ook een superfood bijvoorbeeld. Heel betaalbaar en goed te verkrijgen. Dan vinden we het interessant genoeg om erover te schrijven”.

Inspiratie om iedere dag over food te schrijven, vinden ze vooral bij elkaar. “Toen we als student samen kwamen te wonen, ontdekten we dat we allebei een passie hadden voor lekker eten. Als je dat eenmaal weet, versterk je elkaar daarin. Dat is zo gebleven, ook al hebben we inmiddels elk onze eigen woonruimte. Was het voorheen alleen nog hobbymatig, nu is het voor ons echt een full-time job geworden".

5 or less is verkrijgbaar bij de boekhandel en op de site van Chicks Love Food.
Auteurs:  Nina de Bruijn en Elise Gruppen
Titel:        5 or less
Uitgever: Nw Amsterdam
ISBN:       9789046817407
Pagina's:  144
Prijs:        € 18,95


Witlofsalade met peer en blue cheese dressing

$
0
0
Om 09.00 uur gisterenmorgen zat ik al achter mijn tikmasjien met ingebouwd geheugen. Nee, niet om dit artikel te tikken. Ik wilde een brief opstellen met daarin ferme taal, gericht tegen de over-ijverige houding van de woningbouwcorporatie waarvan ons mam een appartement huurt. Slechts vier maanden na een veel te langdradige renovatie, komen ze met een ander onzalig plan op de proppen. Mam is een zenuwinzinking nabij.

Beduusd van zoveel schriftelijke pressie, vertrekken Mam en ik naar de voorlichtingsbijeenkomst. Ik informeer of ze er ook serieus over nagedacht hebben hoeveel impact deze op handen zijnde klus heeft op tachtigplussers. "Ik kan het uitleggen", zegt de man in de onberispelijke outfit met de ongepoetste schoenen. In zijn ogen zie ik echter een lichte wanhoop verschijnen. Na wat triviaal geneuzel over interne miscommunicatie en allerhande onderzoekrapportages, informeer ik of de betreffende man ook beleid maakt. Hij is duidelijk opgelucht. "Nee, daar krijg ik te weinig voor betaald. Ik voer ook maar uit wat me opgedragen wordt",  fluistert hij met omfloerste stem. En ik, muts dat ik ben, krijg acuut gevoelens van mededogen met die persoon. Daar schiet Mam niets mee op, dus verman ik me. Ze zullen nog van ons horen, spreek ik op strenge toon.

Tik. Tik. Tik. Tikkerdetik. Tikkerdetikkerdetik. Tikkerdetikkerdetikkerdetik. Als ik lekker op dreef ben, vloeit de ambtelijke taal als een meanderende rivier uit mijn pen (c.q. toetsenbord). Dit is een lastig, doch in sommige gevallen handig overblijfsel uit mijn Betonnen Blok-tijdperk.

En dan is het plotsklaps 12.00 uur. Ik knipper eens met mijn ogen en kijk naar buiten. Tjeez, wat een schitterend weer! Ik moet nodig naar buiten. Genieten van die allerlaatste zonnestralen. En een brief posten.

Tijd vliegt. Ik kan het ook niet helpen. Als ik thuiskom, slaat de klok zes maal. Onder het motto Gezond en Gemakkelijk  bereid ik een salade met alle voorhanden zijnde ingrediënten. In het achterhoofd zit de klassieke waldorfsalade, maar het uiteindelijke resultaat heeft daar weinig meer mee te maken. Off we go .....

Ingrediënten:
100 gr roquefort (of andere blauwaderkaas)
150 ml zure room (yoghurt kan ook)
peper
citroensap

4 dunne stronkjes witlof
2 stengels bleekselderij
2 conference handperen, geschild
handvol walnoten
optioneel: blokjes gerookte kipfilet

Bereidingswijze:
Doe de yoghurt in een hoge beker en doe er de verkruimelde roquefort bij. Blender dit tot een dressing. Breng op smaak met versgemalen peper.
Rooster de walnoten in een koekenpan zonder vetstof.
Snijd de bleekselderij in smalle stukjes.
Verwijder de buitenste bladeren van de witlof en verwijder de harde kern. Snijd de groente in niet al te fijne stukjes.
Snijd de peren in vieren, verwijder de klokhuizen en snijd ze daarna in blokjes.
Als je kipfilet wilt gebruiken, snijd je deze ook in blokjes.
Meng alle ingrediënten door elkaar. Bestrooi met de walnoten.

Geef de dressing er apart bij, zodat iedereen deze naar smaak kan toevoegen.

N.B. Sommige mensen geven de voorkeur aan ongeschild fruit, omdat het zo fraai oogt. Persoonlijk schil of pel ik fruit altijd. Gewoon, omdat ik weet hoeveel bestrijdingsmiddelen er in de traditionele fruitteelt gebruikt worden. In zeldzame gevallen wordt er zelfs één dag voor de pluk nog kwistig met de spuit rond gegaan. Ik hoef dat (giftige) spul niet in mijn lijf.

Zilveren Lepel Pasta - kookboek

$
0
0
De Italiaanse keuken kenmerkt zich door eenvoud. Tot 1960 was Italië een arm en overwegend agrarisch land. De bevolking was gewend om alles wat “in het veld” verzameld kon worden, te gebruiken als ingrediënt voor de maaltijden. In tegenstelling tot Nederland, kennen de meeste mediterrane landen een enorme rijkdom aan wilde kruiden en planten. Kardoen, chicorei, rucola, bosaardbeitjes, kervel en zelfs groene asperges, het groeit zomaar in de bermen of met een beetje meer pech: op lastig te bereiken plekjes. En dan vergeet ik gemakshalve het meest kostbare culinaire juweel van Italië, de truffel.

Gelukkig blijkt de traditie van wild plukken de laatste jaren ook enigszins te zijn overgewaaid naar ons land. Dat is een goed teken. Teveel mensen zijn zo gehecht geraakt aan de overload aan voorverpakte, ingeblikte, diepgevroren, fijngemalen en opgeklopte producten uit onze levensmiddelenindustrie, dat ze simpelweg geen idee meer hebben waar de oorsprong van ons voedsel ligt of hoe het er in zijn originele vorm uit ziet. Hazelnoten bijvoorbeeld lijken totaal niet op een smeerbare pasta. Aardappelen bestaan niet uit een poederachtig mengsel in een pakje, waar je water door moet mengen om puree te krijgen. Pesto kent geen uitgebreid scala aan synthetische kunst- en hulpmiddelen, maar wordt simpelweg bereid door basilicum, pijnboompitten, knoflook en kaas fijn te wrijven samen met een goede olijfolie.

Genoeg gemoraalridderd. Terug naar Italië. De term cucina povera (vrij vertaald: armeluiskeuken) is sterk verwant aan de meeste Italiaanse gerechten. Ongetwijfeld zal het te maken hebben met bovengenoemde traditie. Minimale verspilling van voedsel en optimale benutting van ingrediënten. Yeah, duurzaamheid is het sleutelwoord! Driewerf hoera voor deze keuken!

Hoewel ik een fervent aanhanger ben van de Italiaanse keuken, was mijn kookstijl in den beginne heul erg Nederlands. Gehakt. Uien. Knof. Tomaten. Paprika. Pasta koken. Saus erover. Smak. Smak. Smikkel. Smikkel. Alles wat ik zelf bereidde smaakte als ware het een godenmaal. Dacht ik. Gelukkig dacht de Man met mij mee. Naarmate de jaren verstreken, kwam ik echter steeds dichterbij de essentie van het authentieke bordje pasta en werden de ingrediënten uitgebreid met zaken als paddenstoelen, schelpdieren, olijven en room.

Een authentiek bordje Italiaanse pasta behoeft geen ingewikkeldheden. Een kind doet de was. Er zijn slechts drie stelregels waar je je aan dient te onderwerpen.
1) kook pasta nooit te lang. Als je twijfelt aan de gaarheid, zet dan toch gerust het vuur uit;
2) gebruik nooit voorgeraspte kaas. Rasp de bijbehorende kaas liefst heel kort tevoren;
3) dien de pasta en saus nooit apart op. Voeg de pasta altijd op het laatst toe aan je gebakken of gekookte ingrediënten, zodat een filmende emulsie ontstaat en het geheel een huwelijkje aangaat.

Als er één boek is, waarin alles beschreven staat omtrent de Italiaanse deegwaren is het wel “de Zilveren Lepel Pasta”. Een klassieker. Dit boek kent inmiddels een derde druk. Alle mogelijke pastasoorten staan erin beschreven, met een onderverdeling in de droge soorten, zoals linguine (platte pasta), conchiglie (schelpjes), ditalini (zgn. vingerhoedjes), farfalle (strikjes) en fusilli (spoeltjes). Maar ook de verse pasta’s komen uitgebreid aan bod, evenals de gevulde soorten als cannelloni en ravioli.

Het moge intussen duidelijk zijn: in deze Zilveren Lepel Pasta kom je geen ingewikkelde, tijdrovende recepten tegen. In één gerecht worden er vaak niet meer dan 7 à 8 ingrediënten gebruikt. Een heerlijk boek voor de ware Italofiel, zoals ik. Elke streek in Italië kent zo zijn specifieke ingrediënten en sauzen. Dit boek is dan ook meer dan de moeite waard om álles uit te proberen.

Titel:        De Zilveren Lepel Pasta
Uitgever: Van Dishoeck
ISBN:       9789000339808
Pagina's:  336
Prijs:        € 19,99

Noot: Dit boek werd mij ter beschikking gesteld door uitgeverij Van Dishoeck. Dit feit is niet van invloed geweest op mijn oordeel. Ik schrijf slechts over zaken die mij persoonlijk in beroering brengen.

The Jane - Antwerpen

$
0
0
Bijna vanzelf komen er wat vage associaties met een huwelijksvoltrekking bovendrijven, als we die woensdag om 12.30 uur de auto parkeren op het Groen Kwartier te Antwerpen. Een lichte spanning, in combinatie met een zekere ademloosheid maakt zich van me meester als we het plein oversteken. Alles dwingt je ertoe je pas te vertragen als je de monumentale kapel van het voormalige Militair Hospitaal nadert.

Eenmaal binnen blijken inderdaad alle elementen voor een indrukwekkende trouwlocatie voorhanden: een leistenen trapje, prachtig gebrandschilderde ramen, een authentieke tegeltjesvloer en hoge gewelven. Hiermee houdt dan ook meteen elke gelijkenis met een op handen zijnde huwelijksverbintenis op. Ik bevind me namelijk in het recent geopende restaurant van Sergio Herman en Nick Bril: The Jane. Na een ingrijpende restauratie is de kapel getransformeerd naar een smaakvolle locatie waar gegeten kan worden. En jullie begrijpen: bij namen als Sergio Herman en Nick Bril is de uitdrukking “waar gegeten kan worden” een understatement van de eerste orde.

We worden vriendelijk welkom geheten en naar onze tafel geleid. Een fijne, ruime tafel met prettig zittende leren banken aan de muurzijde, inclusief kussentjes, en comfortabele stoelen aan de andere zijde. Vrijwel meteen verschijnt er brood en olie op tafel. Brood van het Vlaamsch Broodhuys hier, altijd goed wat mij betreft.

Nog vóór ik alles uitgebreid bekeken heb (ik ben verzot op gebouwen met een “ziel”) wordt er een schaaltje met een appetizer op tafel gezet. Het is een crème gemaakt van een 18 maanden oude Roeselaarse brokkelkaas. Erbij wat tuinkers en een grissini.

Genietend van dit fijne startertje, kijk ik nog wat rond. Ik zie dat de bediening perfect op elkaar is ingespeeld en ook in de keuken (waar zich eens het altaar bevond)  werkt de brigade rustig naast elkaar door. Dat is knap, want het lijkt me een ietwat beperkte ruimte. Maar kennelijk weet iedereen zijn plaats. Ook Sergio zelf is vandaag aanwezig.

Omdat Man en ik er niet weg van zijn om veel alcohol te nuttigen zo vroeg in  de middag, kiezen we ervoor om bij onze voorgerechten elk een bescheiden glas van de bij het eerste gerecht aanbevolen wijn te drinken. Gewoon, om toch de smaakcombinatie te ervaren. Voor mij een biologisch-dynamische Chablis, Chateau de Beru 2011. Manlief kiest de Riesling Dry 2013 uit de VS, Anthony Road Finker Lakes AVA. Ik heb er eerlijk gezegd nog nooit van gehoord, maar deze wijn is uitzonderlijk licht van toon. Beide wijnen zijn prima, maar wel een paar graadjes te koud naar mijn zin. Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat de temperatuur van wijn altijd erg persoonlijk is.

Door de meer dan correcte bediening wordt ons het principe van de lunch bij The Jane uitgelegd. Ze kennen hier 3, 5 of 7 voorgerechten. Wij kiezen voor 5. Mooi ertussenin. Omdat niet alles tot in detail omschreven staat op de menukaart, wordt er gevraagd of er nog producten zijn die we absoluut niet wensen te eten. Ik geef aan dat wild en rood vlees geen favorieten van me zijn en daar wordt, zo blijkt later, keurig rekening mee gehouden.

Niet lang erna verschijnen drie amuses in grappig, gedeukt aardewerk, speciaal vervaardigd voor The Jane. In het bekertje een vitamineshot van ananas, groene appel, venkel, wortel en basilicum. Een lekker fris gerechtje. In een ander schaaltje tzatziki, komkommer, yoghurt en zwarte olijf, gecombineerd met een stukje geroosterd brood met aïoli. Het derde schaaltje bevat gefrituurde falafel met hummus, tzazuka en feta kaas. Stuk voor stuk delicate hapjes die fijn weg eten. De gefrituurde falafel heeft bijna de structuur van vlees gekregen en lijkt daardoor, hoewel minder vloeiend natuurlijk, op een mini-bitterballetje. Erg lekker.
Het eerste voorgerecht wordt geserveerd. Een Gillardeau oester met zure room, granité van champagne en verveine. Echt fantastisch om te proeven hoeveel smaken bijeen kunnen komen in zo’n klein schelpje. Zilt, fris en een vleugje citroen.
Bij het tweede voorgerecht scheiden de wegen van manlief en mijzelf. Voor hem de tartaar van rund met pickles, een gepocheerd kwarteleitje en vinaigrette van parmezaan en basilicum. Het vlees is heerlijk mals en goed van smaak, oordeelt hij.
Voor mij is er een fijn mootje maigre, welke rauw gemarineerd is. Maigre is een vissoort die hier niet erg bekend is, maar in Frankrijk, met name in het Middellandse Zeegebied, veelvuldig gegeten wordt. Erbij liggen verschillende soorten tomaat, basilicum en een heerlijk lepeltje burrata.
Gek genoeg combineert de smeltend-zachte kaas prima met de robuuste, ietwat zurige smaak van de vis. Niet alle tomaatjes zijn even rijp, maar een kniesoor die daar op let. Omdat het tempo best hoog ligt, vragen we bij het wegnemen van het servies om een iets langere pauze. Wat ons betreft mag deze lunch best een paar uurtjes duren. Nu we er toch zijn, nemen we ruim de tijd.

Net als we een lichte trek op voelen komen, arriveert het derde voorgerecht. Een traditionele paella omgetoverd tot een lichtvoetig gerechtje. In een zwart schaaltje een mooi rondje paella. Daar bovenop liggen twee amandes schelpen, gevuld met een salade van piquillo. Aan tafel wordt er een schuim van inktvis met knoflook bijgeschonken. Aan beide zijden van het gerecht twee krokantjes die ik qua smaak niet weet thuis te brengen. De smaak van dit gerecht is licht-pittig, de consistentie van de rijst perfect en de salade van piquillo is bijzonder smakelijk.
Dan volgt een klassieker: aubergine parmigiana. Vanzelfsprekend geserveerd in een geheel eigen stijl. Op de heerlijk zachte (gerookte?) aubergine ligt een krokantje parmezaanse kaas met nog wat geraspte kaas er bovenop. Het rode poeder bovenaan is, vermoed ik, poeder van tomaat. Het schuim dat ernaast ligt matcht prima met de overige ingrediënten. Na de relatief lichte gerechtjes die hieraan vooraf gingen, is het wel even wennen aan de krachtige smaken van dit gerecht. Maar evengoed een voortreffelijk bordje eten.
En dan het vijfde voorgerecht. Kip in hooi gegaard. In dit gerecht wordt de filet ervan rosé gebraden en geserveerd met een rolletje van Arabisch brood, gevuld met een mengsel van paddenstoel, foie gras en kip. Erbij een truffel-bearnaise saus en een licht gebonden jus van geroosterde kip. Tja. Nu ga ik waarschijnlijk zeuren.
Als ik mijn mes in de kip zet, voelt deze opmerkelijk veerkrachtig aan. Oeps, binnenin zie een vaag roze tint die me niet bevalt. Het zal vast allemaal correct zijn bereid, maar ik heb een hardnekkige vrees voor ongare kip en laat het schaaltje verder onaangeroerd.

Gelukkig is het hoofdgerecht weer wel een feestje in de mond. Een Arabisch getint feestje nog wel. Geserveerd worden twee malse stukjes kalfslende van MRIJ Rund. Ernaast liggen partjes pompoen, courgette en groene asperge. Dit alles is afgewerkt met een vinaigrette van za'atar en een jus met ras el hanout.
Hoewel ik geen dagelijkse vleeseter meer ben, geniet ik van dit perfect gebraden stukje kalfsvlees. Vlees met een “bite”, dat proef ik, en zeker geen opgefokt product uit de wanstaltige bio-industrie.

Afsluiter van deze lunch is een dessert van donkere chocola, blauwe bessen, yoghurt en Merlot-azijn. Grappig detail: aan tafel wordt er een flinke lepel met stikstof gemaakte pareltjes naast gelegd. Ik proef. Als ik zou kunnen zingen, zou ik direct in een uitbundige aubade zijn uitgebarsten. Wat een waanzinnig lekkere smaakcombinatie! De diep-donkere chocoladesmaak met het zoetje van het fruit, meteen achterop de tong gevolgd door een licht zuurtje. Dit dessert krijgt direct een 10+ van mij.
Dit gerecht  wordt vergezeld met een slokje van een heerlijk frisse dessertwijn uit Italië, de Brachetto d’Acqui 2013. Frambozen, kersen, bessen, alle aroma’s van rood fruit zijn hierin aanwezig.

Dan nog een espresso voor de Man en een theetje voor mij. Een uitgebreide theekaart hebben ze hier, met veel infusions erop. Ik kies voor de verse munt. Vanzelfsprekend worden hierbij nog een aantal lekkernijtjes geserveerd, waaronder een lauwwarme wortelmadeleine. Luchtig, zoals als een madeleine hoort te zijn en heerlijk, zoals deze smelt in de mond. Hiervan geen foto, ik was waarschijnlijk te gretig. Op een schaaltje komt er nog een combinatie van mango, passievrucht en pandan, een macaron met framboos en verveine en een ijspraline va rode perzik met vanille. Het kan er allemaal nog nét bij.
Tevreden kijken we elkaar om 16.30 uur aan. The Jane is een plek om naar terug te keren. Uiterst vriendelijke bediening, die bij elk gerecht exact weet te vertellen wat de bestanddelen zijn, een fijne, sfeervolle ruimte en uiteraard heerlijke gerechten. Het enige minpuntje vind ik de muziek. Een soort dance-ritme wat mij na een half uur uitermate gaat storen. Deze zal vast trendy te noemen zijn, persoonlijk houd ik van rustige muziek tijdens het eten. Maar goed, ook dat is zeer persoonlijk.
Hoe dan ook: het zal mij niet verbazen als The Jane eind dit jaar haar eerste ster te pakken heeft.

Zalmfilet met roomsaus en tagliatelle van courgette

$
0
0


Ingrediënten (voor 2 personen):
2 eetl boter
2 courgettes
2 sjalotjes, gesnipperd
150 gr champignons, in plakjes gesneden
200 ml droge, witte wijn (een niet te vette Chardonnay of een sauvignon blanc)
200 ml visbouillon (mag ook van een tablet)
400 gr zalmfilet
125 ml room
verse dille, fijngehakt
zout/versgemalen peper

Bereidingswijze:
Schil de courgettes. Schaaf ze daarna met een mandoline in dunne plakken. Leg deze plakken voorzichtig op elkaar en snijd deze in smalle repen. Houd apart.

Verwarm de boter in een grote pan en fruit de sjalotjes op laag vuur aan.
Voeg nu de champignons toe en bak op hoog vuur al omscheppend bruin.
Nu kan de wijn en de bouillon erbij. Laat alles op hoog vuur tot de helft inkoken.

Bestrooi de zalmfilet met peper en zout en pocheer ze in de ingekookte bouillon.
Pocheren = tegen de kook houden. Afhankelijk van de dikte van de vis zal dit zo’n 10 à 12 minuten in beslag nemen.
Als de vis gaar is, schep je ze uit de pan en houd ze afgedekt met alufolie even warm.

Voeg de room toe aan de saus en laat dit een paar minuten inkoken tot de saus iets dikker wordt. Breng evt verder op smaak met zout en peper.
Leg de zalmfilet weer terug in de pan, maar zet het vuur laag.

Blancheer nu de courgettelinten. Een klein minuutje in kokend water is meer dan genoeg. Laat uitlekken in een vergiet.

Schep de courgette in een schaal, leg de zalm erop en lepel er wat van de roomsaus over. Bestrooi rijkelijk met verse dille.


Over onvindbare slingers en houten stoeltjes

$
0
0
Middenin de nacht blijken er granieten struikelblokken van één bij één meter te zijn opgesteld in mijn huis. Nog voor tien uur ’s morgens heb ik me reeds lelijk bezeerd aan een berg venijnig ongerief. *snotter* Mijn huig is geplaveid met schuurpapier van het grofste soort. Tegen mijn slapen bonkt een ziekmakend klokkenspel. De tube tandpasta is leeg. Het beste shirt heeft een vlek. En die nieuwe handdoek wil ook nog niet drogen. Toiletpapier op. Verdomd, maar één blauwe sok. *snif* Telefoon weer eens leeg. Site blijkt gehackt. Brood is beschimmeld. De thee is te sterk. En jij. Trek jij alsjeblieft 's morgens eens een andere kop. *snuit*

Ik ben weg. Doei. Wind door mijn haar. Flarden van gisteren in het onrustige hoofd. Toen alle stenen op de juiste plaats stonden en geen enkele neus uit de rijrichting stak. Alsof er nagedacht was. En de tijd alle tijd had.

You look like you did before, zingen ze. Buitenkant, zeg ik. De hele rataplan speelt zich af van binnen, jongens. Niemand die het ziet. De houten stoeltjes zwijgen. Hun hulpvaardigheid blijft iedere week weer beperkt tot het plaats bieden aan een samenraapsel van lachwekkend verval. Plakband. Paperclips. Pijnstillers. En zij daarbinnen, zij masseren de rafelige onderdelen tot een ruggengraat. Zo houden we de mensheid draaiend.

De man in de hoek leest een boek. Zonder ogen. In de diepe rimpel boven zijn neus staat het woord stilte gebeiteld.

Hoe het brein zich probeert voor te bereiden op de rest van de dag. Shit. Nondeju. En meer van dat soort moois. Tot de mevrouw met de lieve lach binnenkomt. Naast me gaat zitten en met zachte stem vraagt hoe het gaat. We eten samen pepermuntjes en vieren de ondraaglijke lichtheid van het bestaan.


Doperwtensoep met munt en ricotta

$
0
0

Het is geen zomer meer. En het is ook geen herfst. De verwarming aan is veel te warm, de verwarming uit levert, met name in de avonduren, koude rillingen op. De temperatuur buiten leent zich, wat mij betreft, (nog) niet voor winterse stoofpotten, maar ook niet meer voor koele salades. Deze soep sluit naadloos aan bij dit tussen-mal-en-dwaas-gevoel. Het is zeker niet de geijkte stevige erwtensoep, die past bij winterse wandelingen en verkleumde ledematen. Door de voedzame erwten, het spek en de ricotta is het echter ook geen dun slobbersoepje dat op een warme zomerdag gegeten wordt om het zouttekort aan te vullen. Het zit ergens tussenin.  Net als het Nederlandse weer op dit moment.

Ingrediënten:
1 ltr kippenbouillon
4 lente-uitjes, in dunne ringetjes
1 kg doperwten uit de diepvries
handvol muntblaadjes
3 plakken ontbijtspek
4 binnenste blaadjes van Romeinse sla, in dunne reepjes
200 gr verse ricotta
versgemalen zwarte peper
50 gr. boter, gesmolten (optioneel, ik deed het niet)

Bereidingswijze:
Verwarm de kippenbouillon met de lente-uitjes tot ze zacht zijn.
Voeg de doperwten toe en laat ze warm worden.
Zodra de erwten zacht zijn, schenk je het geheel in de blender, tezamen met het merendeel van de munt (houd er een paar apart voor garnering) en pureer alles.

Bak het spek krokant en verbrokkel het of snijd in dunne reepjes.

Serveer de doperwtensoep warm en garneer hem met een bergje fijngesneden sla en het spek. Schep er wat ricotta op. Bestrooi daarna met verse muntblaadjes. Maak af met versgemalen zwarte peper.
Tot slot kun je er de gesmolten boter over schenken.

Bron: 100 Beste recepten – Matt Preston

Desire Sergio Herman - Mara Grimm

$
0
0
Wie aan Zeeland denkt vrijwel onmiddellijk aan zware, vette klei, opzwiepende zeeën en bulderende stormen. Elementen waar de inwoners van deze provincie in de loop der tijd volledig aan gewend zijn geraakt. Zij worstelen en komen altijd weer boven. Kracht, doorzettingsvermogen, onverzettelijkheid,  het zijn stuk voor stuk eigenschappen die elke Zeeuw van oorsprong in zich heeft. Als je, naast al deze kenmerken, vergaande ambities hebt op culinair vlak, daarin dieper en verder wilt gaan dan je collega’s en je bovendien een hoofd hebt dat barst van de creatieve ideeën, dan heb je een Zeeuwse chefkok van wereldformaat. Sergio Herman. Oud Sluis. Drie sterren. Pure C. The Jane.

Culinair journaliste Mara Grimm kreeg de kans om deze topchef een jaar lang te mogen volgen. Op de meest ongebruikelijke tijdstippen verwoordde Herman wat er in zijn hoofd speelde. Valkuilen, frustratie, illusies, twijfels. Herman laat zichzelf zien als een man die dóórgaat, die niet stopt alvorens alles wat hij aan ideeën heeft, heeft uitgewerkt. Meermalen resulteert dit in meer dan 18 uur per dag in zijn keuken staan.

Begonnen als kind in het restaurant van zijn ouders. Hij weet niet beter of alle schoolvakanties zijn gevuld met werken. Mosselgroenten snijden, sauzen maken, maar ook afwassen en schoonmaken. Dat hij kok wilde worden, was toen al wel duidelijk. Toch doorliep Sergio Herman enigszins aarzelend de hotelschool. Hij was totaal niet overtuigd van zijn eigen kunnen. Pas na enkele stages (de Swaen, Kaatje bij de Sluis) raakte hij definitief in de ban van de hogere gastronomie. In het restaurant van zijn ouders kon Hermans zijn ei niet kwijt en het was zijn moeder die de knoop doorhakte. Voortaan zou het restaurant verder gaan met gerechten zoals Sergio die voor ogen had. Het was loodzwaar in het begin. Knokken, zichzelf voor 200% inzetten, wachten op de gasten. De boekingen bleven echter uit. Meermaals waren er slechts enkele tafeltjes bezet en dat voelde buitengewoon frustrerend.

Maar een Zeeuw vecht door. Als dan uiteindelijk in 1995 Michelin Oud Sluis een eerste ster toekent, begint zijn ultieme droom vorm te krijgen. Hermans passie voor koken heeft geresulteerd in de meest verfijnde gerechten. Elk detail wordt tot in de finesse uitgewerkt. Hij gunt zichzelf geen minuut tijd meer, legt de lat zo hoog dat hij vaak 18 uur per dag in zijn keuken te vinden is. Zijn hang naar nieuwe gerechten bedenken noemt Herman zelf verslavend. Het gaat verder dan het zoeken naar perfectie. Bijna dwangmatig wil hij verder. Meer volmaaktheid. Elk takje, elk kruidje moet exact de juiste plaats op het bord innemen. Ondanks zijn ster blijft hij zichzelf kwellen met twijfels. Is dit nu alles wat ik kan? Wat had er beter gekund? Hoe had het fraaier geoogd? Heeft hij de smaak wel helemaal uitgediept?

Het kan bijna niet anders of enkele jaren erna kan de tweede ster in ontvangst worden genomen. Met als absoluut hoogtepunt de derde ster in 2006. Sergio zelf heeft er allemaal niet om gevraagd. Oud Sluis is ontstaan uit zijn hang naar perfectie, maar de ietwat stijve sfeer die rond een sterrenrestaurant hangt, bevalt hem niet. Waar het volgens hem om gaat is eigenheid. Een goed gerecht heeft een ziel. Als je die proeft, is het goed, wat hem betreft. Zijn enige doel is gasten in een soort van trance aan tafel te zien zitten. Op die momenten is hij op zijn best, vooral wanneer hij via de bediening positieve feedback te horen krijgt. Dan “danst hij achter de kachel”, zoals hij het zelf noemt. Toch heeft de bekende Zeeuwse nuchterheid zijn stijl mede bepaald: niet lullen, maar gewoon doen. Dat zijn gasten genieten van zijn creaties, daar gaat het allemaal om.

Herman is al die jaren, althans in Nederland, wars van media-aandacht gebleven. Hij deed de dingen waarvan hij dacht dat hij ze moest doen. Zonder poeha, zonder gedoe en veelal buitenom de schijnwerpers. Geen typetje, maar een enigszins ruige Zeeuwse kerel pur sang. Inclusief tattoos, gerafelde jeans en bandjes om zijn pols. En nu dan toch dit boek. Reflecties van een topkok. Indringend, ontwapenend, ontroerend. Als je altijd al hebt willen weten wat er in het hoofd van een sterrenchef speelt, dan is dit je kans om erachter te komen.

Auteur:     Mara Grimm
Titel:        Desire - Sergio Herman Reflecties van een topkok
Uitgever:  Minestrone
ISBN:       9789490028626
Prijs:        € 24,50

N.B. Ik word niet gesponsord om dit artikel te publiceren. Bovendien heb ik geen enkele commerciële connectie met de auteur of uitgever van dit boek. Ik schrijf slechts over zaken die mij persoonlijk in beroering brengen.


Hartige muffins met gorgonzola en vijgen

$
0
0

Storm en regen getrotseerd. Thuiskomen. Verwarming op 21 graden zetten. Rood wijntje inschenken. Vanuit de keuken de dag doornemen net je lief. Een beetje snijden, een beetje kneden. Wegschurken in je meest behaaglijke trui. Wachten tot de oven piept. Om daarna heerlijk op de bank deze pittige jongens op te peuzelen. Met een tweede glaasje rood. Vergeet al die sombere weermannetjes. En geniet!

Ingrediënten (voor 12 stuks) :
150 gram gorgonzola
50 gram gedroogde vijgen
275 gram zelfrijzend bakmeel
1 eetlepel bakpoeder
zout
2 eieren
225 ml melk

Bereidingswijze:
Verwarm de oven voor op 200 graden (heteluchtoven 180 graden).
Snijd de kaas in kleine blokjes en de vijgen in kleine stukjes.
Zeef het bakmeel met de bakpoeder en een snufje zout boven een kom.
Klop in een schaaltje de eieren los met de melk.
Meng het eimengsel met een mixer door het meelmengsel.
Klop het in ongeveer 3 minuten snel luchtig
Spatel er vervolgens de kaasblokjes en de vijgenstukjes door.
Vul de muffinvorm met 12 bakvormpjes en verdeel hierover het beslag.
Bak de hartige muffins in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer 20 minuten goudbruin en gaar.

Over boodschappenbriefjes en gevoel voor humor

$
0
0
Mijn pap was een echte lolbroek. En een binnenvetter. Als die twee kenmerken samenkomen, is er meestal sprake van “lachen om niet te hoeven huilen”. Dat lijkt een trieste constatering, maar is het niet. Noem het een way of life. Of voor mijn part struisvogelpolitiek. Lachen is gezond, zeggen de wetenschappers. Daar heb ik me, geheel met instemming van pap, tot nu toe aan gehouden. En het bevalt me prima.

Ik reis met jullie terug in de tijd. Naar het jaar 1990 om precies te zijn. In die tijd bezaten Man en ik een moestuin. Omdat wij het altijd druk hadden met onze banen, de hond en allerhande sociaal vertier, besluit pap op een mooie woensdag in oktober te komen om de tuin winterklaar te maken. Want dit soort karweitjes doet hij het allerliefst  zonder toezicht. Hij was wel wat gewend op moestuingebied.  En: alles zou goed komen. “Gaan jullie alsjeblieft lekker werken”, zei hij nog. “Ik zorg vanavond ook meteen voor het eten. Er zal nog wel genoeg op de tuin staan”.

Ik zucht eens. Met pap in huis weet je nooit wat je te wachten staat. O, het zit hem niet in dat koken, dat kan hij als de beste met zijn kokspapieren op zak, het is meer zijn aandoenlijke klunzigheid op huishoudelijk gebied die me soms doet verstijven.

Het staat nog in mijn geheugen gegrift. Die keer dat hij, druk in de weer met aardappelen schillen maar tegelijkertijd net zo druk met zijn nimmer aflatende pogingen ons te laten lachen, de kraan vergat en de gootsteen maar blééf overlopen. Jawel, het lachen kwam achteraf, maar op dat moment zag ik het water tot ver onder de koelkast lopen.

Of die dag dat wij, vanwege onze beperkte behuizing,  tien kilo bramen hadden uitgespreid op de mat voor de voordeur. Het kon even niet anders. ’s Avonds zouden we de vruchten gaan verwerken tot jam en sap. Overdag moest er gewerkt worden. Bij herhaling had ik gewaarschuwd:  pap, als de bel gaat, NIET in een reflex richting voordeur stormen. Hij beloofde plechtig er rekening mee te houden. Het mocht niet baten. Maandenlang heb ik rode spetters van de wanden geveegd. Die winter hadden we ook voor het eerst sinds jaren geen bramenjam.

Terug naar die bewuste dag in 1990. Aan het ontbijt is pap de rust zelve. Voor de zekerheid demonstreer ik nog even, vóór ik naar mijn Betonnen Blok vertrek, de nieuwe aanrechtkraan. Met waste. Geen dopje dus voor de afvoer, maar een hendeltje om de wasbak af te sluiten. Zie je pap?
Hij knikt vol overgave. Alles onder controle, twinkelen zijn ogen. Gerustgesteld geef ik hem een kus en zeg dat we rond half zes thuis zijn. “Waar kan ik een grote tas vinden”, roept hij, als ik al buiten sta. “Voor de groenten hè”, zegt hij minzaam terwijl ik met een enigszins verbeten mondje een kingsize formaat Appie tas tevoorschijn tover.

Als ik ’s avonds thuiskom, voelt het even net zo vertrouwd als vroeger. Niks meteen naar de keuken rennen. Niks boodschappen uitpakken. Op de keramische plaat staan drie grote pannen geduldig te wachten. Ik licht de deksels op. Hmm, lekker, andijvie met gehaktballen. Mam heeft de tafel al gedekt en zit een boekje te lezen. Pap zit aan een neutje, maar springt meteen omhoog als hij opnieuw een sleutel in het slot hoort.

Een half uur later zitten we met zijn viertjes aan tafel. Gezellig zo. We komen geen praat tekort. “Veel zand in de andijvie zeker, pap”, informeer ik, denkend aan al die keren dat ik zelf de kroppen eindeloos heb moeten spoelen. “Viel mee, het is klei hier hè, geen zand, net als bij ons”. Het antwoord bevreemdt me, maar goed, tot nu toe nog geen geknars tussen de tanden gevoeld, dus het zal wel goed zijn. Of …. wacht eens, wat voel ik nu opeens tegen mijn tong? Ik rol de hap aardappel met andijvie van de ene naar de andere wang, kauw nog een keer voorzichtig  en werk dan met mijn tong iets naar voren. Iets wat duidelijk niet in een maaltijd hoort. Verbaasd kijk ik naar een klein, wit rolletje tussen mijn vingers. Het heeft de structuur van papier. En ik kan het ook nog uitrollen!  Het wordt stil aan tafel. Doodstil. Ik lees voor: koffiefilters, koekjes, allesreiniger. 

Een fractie van een seconde kijkt pap me ietwat bedremmeld aan. Gelukkig weet hij zich snel te herpakken en gooit hij zijn oude gewoonte in de strijd. “Bewaren jullie je boodschappenbriefjes altijd in de tas? Voor een volgende keer of zo? Ik gooi die meteen weg”. Met een zelfgenoegzaam trekje blikt hij in het rond. Of we willen of niet, we grinniken weer om hem.

Waarmee ik terecht ben gekomen op de daadwerkelijke boodschap achter dit alles. Of zoals pap het zou verwoorden: Vergeet nooit te lachen. Want alleen daardoor wordt zelfs het meest uitgekookte boodschappenbriefje (lees: naderend dan wel achter je liggend onheil) omgetoverd tot een hilarische slapstick. Waarvan akte.

Over bouwgeweld en vispotjes

$
0
0

Het druk hebben is niet erg. Van hard werken is er nog nooit een mens dood gegaan. Anders wordt het als je afhankelijk bent van derden die niet op tijd komen, gigantische bergen rotzooi veroorzaken en de boel de boel laten. Ik was voorbereid, maar niet op deze vorm van bouwgeweld.

Ons mam woont in een appartementencomplex met blokverwarming. Heel handig. Radiator aan = behaaglijke warmte. Radiator uit = lekker koel in huis. Tot zover mams gedachtegang. De verhuurder denkt daar heel anders over. Die begint over individuele combi cv-ketels die enorm veel rendement op zouden gaan leveren. Dat klinkt heel aantrekkelijk, ware het niet dat er tig leidingen gelegd moesten worden door alle vertrekken, plus een collectief afvoerkanaal voor de rookgassen met een diameter van zo'n 30 cm. Dwars door dikke betonlagen. En dat allemaal met starttijden rond 07.15 uur.

Ondanks veel protest van 72 medebewoners, kiest de verhuurder er voor het onzalige plan door te zetten. Democratie heet dat. Ons mam balanceert op de rand van een zenuwinzinking. Vanzelfsprekend. Manlief en ik verzekeren haar dat we stand-by zullen staan.

di 28 okt:
Ik maak een gigapan rijkelijk gevulde minestronesoep. Om mee te nemen. 's Middags dekken we zoveel mogelijk onder om puin en stof te voorkomen. Meters stucloper worden uitgerold.
Dertig meter schilderplastic gaat over de meubelen.

wo 29 okt:
Mijn wekker gaat om 05.30. Na een snel ontbijt en een even snelle autorit zijn Man en ik om 07.30 bij mam. Wij wachten. Tot liefst 10.30. Intussen heb ik mezelf tot drie keer toe compleet opgegeten. Dan breekt een oorverdovend lawaai los. Overal in huis wordt de weg versperd door een bouwmannetje dan wel een bouwmasjientje. Mam zit in een stoeltje waar ze normaliter nooit in zit en kijkt me wanhopig aan. Dan klinken er paniekerige geluiden vanuit de hal. Er stroomt water uit een boorgat. Een van de bouwmannetjes wordt bijna geëlektrocuteerd en het water stroomt langs de naden van de stucloper in het tapijt. Gelukkig wordt het vanzelf avond en is er soep. Grote kommen troost in bange dagen.

do 30 okt
Ondanks eerdere afspraken gebeurt er niets. Mam baant zich strompelend een weg door haar half-ingepakte huis inclusief inboedel. Ik maak opnieuw een grote pan eten klaar. Voor morgen.

vrij 31 okt
De wekker begint er lol in te krijgen en laat nu om 05.15 uur van zich horen. Nog voor 07.30 uur zijn we in Roosendaal. Met de slaap nog in onze ogen, maar we zijn er, zodat Mam gerust kan zijn.
Een invasie van vijf man sterk neemt bezit van het huis. Overal loopt iemand. Met een boor. Of een buis. Een strip. Of een koppeling. En het gaat niet zachtzinnig. Rauwdouwers noemen we dit soort lieden in Brabant. De Man doet nog dappere pogingen op alle plaatsen tegelijk aanwezig te zijn, maar moet het opgeven. Ik neem Mam mee naar de stad. Puur voor de afleiding, want van gezellig winkelen is geen sprake als je weet dat je zorgvuldig opgebouwde huisje bijkans wordt afgebroken.

Als we thuiskomen is het bouwgeweld gelukkig verdwenen. Man fluistert me toe dat er nog net op tijd lekkage is voorkomen. Terwijl de cv-installatie operationeel werd gesteld, stonden de mannetjes rustig buiten tot er voldoende water in het systeem gelopen was. Gelukkig heb ik een man met een waakzaam oor die snel in de gaten had dat er iets goed fout zat. In allerijl wordt het complete systeem leeggepompt, waarmee een gigantische lekkage werd voorkomen. Hallelujah, geloofd zij de Heer!
Na het meeste puinruimen is er gelukkig hutspot met sukadelapjes.

Gisteren en vandaag heb ik me bezig gehouden met allerhande administratieve afwikkelingen. Schade claimen. Voorschotbedrag energie bijstellen. Klachtenbrief naar de verhuurder. Boilerhuur opzeggen. Handleiding klokthermostaat downloaden. En zo nog een aantal zaken.

Is er dan helemaal geen energie meer over voor een leuk receptje, vragen jullie? Jawel hoor. Ik plaats gewoon een ouwetje. Van een jaar of anderhalf terug. Een heerlijk, tijdloos vispannetje. Een makkelijk gerecht voor iedereen die geen bouwgeweld om zich heen heeft.

Ingrediënten: (voor 4-6 personen)
16 mosselen
12 grote garnalen
4,5 dl cider (of droge witte wijn)
50 gr boter
1 teen knoflook, fijngehakt
2 sjalotten, superdun gesneden
2 stengels bleekselderij, fijngesneden
1 dikke prei (alleen het wit) fijngesneden
250 gr champignons, in plakjes
1 laurierblad
300 gr zalm, in blokjes
400 gr tongfilet, ontveld, in blokjes
3 dl slagroom
3 eetl fijngehakte peterselie

Bereidingswijze:
Boen de mosselen schoon en verwijder zo nodig de baarden.
Verwijder exemplaren die zich niet sluiten als je ze tegen het aanrecht tikt.
Pel de garnalen en verwijder het darmkanaal aan de rugzijde.

Verwarm in een grote pan met zware bodem de cider of wijn tot het kookpunt.
Voeg de mosselen toe en kook ze afgedekt 3-5 minuten, waarbij je de pan af en toe omschudt.
Giet ze af (bewaar het kookvocht en zeef dit).
Verwijder de mosselen die zich niet geopend hebben.

Spoel de pan om en verhit hierin de boter op matig vuur.
Smoor de knoflook, sjalotten, bleekselderij en prei 7-10 minuten.
Voeg de champignons toe en laat de groenten nog 4-5 minuten sudderen.
Neem intussen de mosselen uit hun schelpen.

Schenk het mosselkookvocht bij de groenten, voeg de laurier toe en verwarm alles tot het kookpunt.
Voeg de garnalen de visblokjes toe en pocheer ze 3-4 minuten op laag vuur, tot de garnalen roze kleuren en de vis ondoorschijnend is.
Voeg de room toe en de mosselen en warm alles nog 2 minuten door.

Voeg naar smaak peper en zout toe.
Strooi vlak voor het serveren de fijngesneden peterselie erover.

Restaurant Vroenhout - Roosendaal

$
0
0
Mam, Man en ik vieren de afsluiting van een week vol bouwkundig drama (zie vorig blog). De nieuwe, modulerende cv-installatie werkt, na allerhande ongerief zoals een lekkage, gevolgd door een bijna lekkage en het voltooien van een reeks klusjes zoals het opnieuw netjes bijwerken van ontstane gaten, naar behoren. De programmeerbare klokthermostaat zorgt voor een constante, maar uiterst energiezuinig klimaat in mams huisje. Zij tevreden. Ik tevreden. De hoogste tijd voor een etentje.

Op tien minuten rijden van mams huis, bevind zich restaurant Vroenhout. Het is meer dan 12 jaar geleden dat ik hier voor het laatst was. Destijds had deze gelegenheid de aanblik van een rietgedekte boerderij met een romantische uitstraling; vandaag de dag heeft het een complete metamorfose ondergaan en is het omgetoverd tot een modern en stijlvol onderkomen. Veel glas rondom en zachte roomkleuren in het interieur.

We worden vriendelijk welkom geheten door de gastvrouw/eigenaresse Lore van Beekveld. Zij wijst ons een ronde tafel aan. Terwijl we van onze wijntjes genieten, bekijken we de menukaart. Die toont ons mooie, eerlijke gerechten. Tongschar, rib-eye, gelakt hertenfilet. We kiezen voor het vriendelijk geprijsde Bib Gourmand menu in drie gangen. Ondertussen wordt er een knabbeltje op tafel gezet. Verse noten met o.a. wasabi en huisgemaakte flinterdunne koekjes.

Na een tiental minuten verschijnt een amuse, bestaande uit een lolly van parmaham met een vleesvulling op basis van chartreuse en een taartje van zeebaars met nog een aantal ingrediënten die ik me niet goed herinner. Erg verfijnde gerechtjes die ons bijzonder nieuwsgierig maken naar wat nog komen gaat.


Dat we daarin niet worden teleurgesteld, blijkt wel als de voorgerechten verschijnen. Aan de andere kant van de tafel een schitterend bord carpaccio van hert, afgewerkt met een pesto, zoetzure pompoen en granaatappelpitjes.
Voor mij is er ravioli van bospaddenstoelen met rillette van eend en een jus van morilles. Stevige, krachtige smaken die schreeuwen om vergezeld te worden door een mooie, rode wijn. Vanwege de vermoeiende dag die achter me ligt, laat ik die echter achterwege. Voor de zekerheid dat ik niet in slaap zal vallen.
Tussen voor- en hoofdgerecht zit een prettige tijdspanne. Men haast hier zeker niet, maar het wachten op een volgend gerecht duurt ook niet eindeloos. Een pluspunt wat mij betreft.
De Man heeft gekozen voor een goed stuk vlees. Een rib-eye met bearnaisesaus, vergezeld van een kroketje van zuurkool, een schattig witlofstronkje en een geroosterd tomaatje. Botermals vlees, is het oordeel, perfect gebakken.
 
Ik heb zekerheidshalve gekozen voor de gebakken griet met crème van schorseneren en truffelsaus.
Op een romantisch gedecoreerd bord verschijnt de griet. De vis is overduidelijk supervers en heerlijk gegaard. Eronder een bedje van spinazie-spaghetti. Ernaast nog wat spinazie. De bijgeleverde truffelsaus blijft onaangeroerd. Persoonlijk ben ik niet weg van de smaak van truffel in combinatie met vis. Ook de torentjes van zoetzure pompoen bevallen me niet. Ze zijn te zuur en verlammen mijn smaakpapillen. Maar de voortreffelijke vis maakt alles meer dan goed.
Wat betreft het nagerecht zijn we eensgezind. Het is een panna cotta van caramel, met sandwiches van banaan en pinda en chocolade-noga ijs. Een prachtig opgemaakt glazen bord komt op tafel. De smaken zijn verrukkelijk en harmoniëren perfect met elkaar.
We sluiten af met een espresso en een thee. Op een leistenen plaatje een aantal lekkernijtjes. Die worden neergezet zonder uitleg. Opeens gaan er wat meer dingen fout. De espresso wordt verwisseld door een koffie en de verse muntthee blijkt, zonder excuses, te zijn vervangen door gedroogde. Dat is niet alleen jammer, maar ook een gemiste kans voor de brigade. Vaak blijft juist een fijne afsluiting nog lang hangen in het geheugen. Enfin, ik zie dat het druk is en dat de gastvrouw haar personeel niet op alle fronten tegelijk in de gaten kan houden.
 
Desondanks hebben we heerlijk gegeten. Tevreden verlaten we het restaurant. We zetten Mam af bij haar huisje, zeggen gedag en rijden daarna door de donkere nacht terug naar Zeeland. Waar het na hectische week goed toeven is. Maar nu eerst slapen ... láng en véél slapen.
 
 

Aardappel-preisoep aka prei Parmentier

$
0
0
 
Antoine-Augustin Parmentier (militair apotheker) staat bekend om zijn pogingen de destijds ordinaire aardappel, populair te maken voor menselijke consumptie. Tijdens zijn krijgsgevangenschap merkte hij op dat men kon overleven door het eten van louter aardappelen. Een andere bekende Fransman, George Auguste Escoffier, wist de eenvoudige aardappel én de even zo eenvoudige prei om te toveren tot een potage purée Parmentier. Deze culinaire godheid zou nooit de naam Escoffier gedragen mogen hebben, als er niet een enorme hoeveelheid room in verwerkt zat. De volledige klassieke Franse keuken is doorspekt (what's in a name) met karrevrachten room en boter. En daar wordt zelfs een baksteen lekker door .....

In deze versie van Janneke Philippi is er gekozen voor crème fraîche. Iets minder heftig dus. Van mij mag je er gerust de hele 200 ml doorheen mengen, maar persoonlijk is een paar fikse eetlepels voor mij voldoende.

Ingrediënten (voor 4 personen)
50 gram roomboter
1 ui, grof gesnipperd
400 gr prei, in ringen gesneden
500 gr kruimige aardappelen, geschild en in blokjes
1,5 liter groenten- of kippenbouillon
200 ml crème fraîche
peper/zout

Bereidingswijze
Smelt de boter in een soeppan.
Fruit de ui 1 minuut.
Schep de prei en aardappel erdoor en smoor 20 minuten zachtjes, zonder ze te laten kleuren.
Schenk de bouillon in de pan en breng aan de kook.
Laat de soep nog 10 minuten zachtjes koken.
Pureer de soep met de staafmixer.
Roer de crème fraîche glad met een flinke scheut warme soep.
Roer dit door de soep met eventueel wat extra ragfijn gesneden prei.
Breng op smaak met peper en zout.

Janneke Philippi serveert bij deze simpele soep stoere zuurdesembroodjes, besmeerd met roquefortboter. Die maak je als volgt.
Pers een teentje knoflook boven een kom en prak er met een vork 100 gr roquefort, 3 eetlepels fijngehakte peterselie en 100 gr ongezouten roomboter (op kamertemperatuur) door. Voeg eventueel een klein beetje fleur de sel toe.

Bron: Soep bij Janneke thuis - Janneke Philippi

Viewing all 187 articles
Browse latest View live